“Hoi, ik ben Steve Oedekerk, mijn vreemde naam komt doordat mijn Nederlandse voorouders Oudekerk heetten, ik ben de beste betaalde scenarioschrijver van Hollywood, en wist je dat wereldwijd elke gewone Hollywoodfilm door 600 miljoen mensen wordt bekeken?” Zo begon Steve Oedekerk zijn sessie, waarin hij zijn scenariogeheimen onthulde. En ik dacht: ja, dat is weer zo’n typische Amerikaanse kennismaking in drie zinnen: je zegt je naam, dan vertel je in één zin waarin je geweldig bent, en je sluit af met een weetje als kadootje. Zo doe je dat hier. In Nederland kijk je wel uit om met je hoofd boven het maaiveld te komen, maar hier verkoopt iedereen zichzelf in paar korte bumperstickers.
Mij lukt dat nog steeds niet zo goed, maar vandaag kan ik weer oefenen, want het is de opening van het barbecueseizoen. Dat betekent dat de nieuwe en de oude bewoners in de straat zich aan elkaar voorstellen. Klikt het, dan organiseer je een volgende barbecue. Zo ontmoet ik voor het eerst mijn overbuurvrouw, een bejaarde dame. Zij stelt zich aan me voor als ‘de allerbeste gids van Los Angeles’. Even later ontmoet ik ‘de beste joodse bongospeler’. Ik stel me bescheiden voor als ‘scenarioschrijver uit Nederland’. Ik had net zo goed kunnen zeggen: ‘ik ben een verliezer’. Want elke dag komen er busladingen nieuwe gelukszoekers in Hollywood aan, die beweren scenarioschrijver te zijn. De meesten hebben wat de Hollywoodstudio’s noemen een ‘stervende-oma-script’ geschreven. Dat komt omdat die scripts bijna altijd gaan over een artistieke jongen, die het wil maken als artiest. Zijn ouders willen dat hij stopt en een goede baan neemt. Alleen zijn oma begrijpt hem. Dan sterft oma. De jongen sluit zich nu helemaal af. Door een ongeloofwaardig toeval wordt hij ineens ontdekt, hij krijgt totale erkenning en een miljoen dollar. De jongen gaat naar zijn ouders en zegt: zie je wel. Zijn ouders vragen op hun knieën om vergiffenis aan de jongen. The end. De Hollywood-studio’s schatten dat er minstens 1 miljoen van zulke beginnersscripts aan hen zijn aangeboden, genoeg papier voor een groot bos, en die scripts zijn allemaal afgewezen. Logisch dus dat mijn mede-barbecueërs denken dat ik ook zo’n ‘loser’ ben.
Vliegende start
Ik haal diep adem en stel me dan ‘op zijn Amerikaans’ voor als een ‘filmregisseur, die prijzen gewonnen heeft’. Hee, alles verandert ineens. De bejaarde mevrouw komt meteen naar me toe, en stelt zich nu voor met een andere bumpersticker: Ze was de hoofdactrice uit de eerste film van regisseur Francis Ford Coppola, werkte met hem bij The godfather, haar beste vriendin is de schrijfster van de film E.T., en ‘ik weet zeker dat we iets voor elkaar kunnen betekenen’. De joodse bongospeler vertelt nu dat hij ‘ook filmcomponist is, en dat we zeker moeten samenwerken’. En de Perzische vrouw, die me eerst niet aankeek, vertelt me nu dat er vast een film zit in haar levensverhaal als ex van de vermoorde Perzische premier Bhaktiar. Ik ben verbaasd over de plotse omslag van deze mensen, maar toch ook weer niet zo verbaasd. Iedereen heeft hier minstens drie aliassen waarmee hij geld kan verdienen, omdat de ‘struggle for life’ hier zo groot is. De ene dag heb je werk, de volgende dag kun je op straat staan of failliet zijn.
Zelfs topscenarioschrijver Steve Oedekerk vertelde dat hij na een vliegende start ineens hopeloos slechte tijden had, omdat acteur Robin Williams zijn Patch Adams-script verknald had. Hij kreeg geen enkel script meer verfilmd. Hij wilde zijn scripts zelf gaan verfilmen, maar kon geen acteurs of crew betalen. Uit pure wanhoop is hij toen thuis kleine, spotgoedkope filmpjes van zijn duimen gaan maken. Duimen met een gezichtje erop getekend. Dat leidde tot Thumb wars, een krankzinnige parodie op Star wars, en daardoor kreeg hij ineens wel weer een opdracht om een film te schrijven. Dat was wel een idiote opdracht, maar voor Amerikanen is niets idioot genoeg: alles is een kans, en dat kan dé kans van je leven zijn. De film, die hij nog moest schrijven, moest wel over een maand al gedraaid worden. Er was alleen een titel, want acteur Jim Carrey had net het vorige script totaal afgekeurd. Oedekerk ging als een gek aan het werk en schreef in een recordtijd Bruce almighty, dat wereldwijd alleen al in de bioscopen 500 miljoen dollar opbracht. Tja, zei Oedekerk, dat is Hollywood: je kunt hier niet verliezen, je kunt alleen opgeven.
Daar moest ik aan denken toen ik op de barbecue rondkeek. Hier was niemand die opgaf. Nu kwam er een sportieve jongen op me af. Hij stelde zich voor als voormalig baseballer. Hij had net niet de top gehaald. Ik zei dat ik maar niet snapte waarom de Amerikanen baseball zo geweldig vinden. ‘Oh’, zei hij, ‘maar je snapt Amerika pas, als je baseball snapt.’ Ik dacht: Aha, dat gaat hij me nu uitleggen in drie bumperstickers. Maar nee, in plaats daarvan gaf hij me een scenario. Dat had hij altijd bij zich, want je wist nooit wie je tegen kwam. Ik leek hem er helemaal de juiste regisseur voor. En waar ging dat script over? Over een baseballer, die droomt dat hij de top zou halen, maar zijn ouders willen dat hij stopt en een goede baan neemt.