Misschien kwam het omdat ik bezig was met een rampscenario. Ik vroeg ineens: weet u waarom het afgelopen filmjaar zo rampzalig was? Ja, zei de vice-president van Warner Bros, dat komt door mij. Ik bepaal namelijk de toekomst van de film. Ik moet elk jaar met een lijstje van dertig nieuwe films komen. De belangrijkste zijn de vier grote zomerspektakelfilms met een Tom Cruise, Tom Hanks, James Bond of Spiderman. Als ik voel dat dat enorme kassakrakers worden, dan neem ik risico’s met andere films. Zo niet, dan imiteer ik de kassuccessen van vorig jaar. En omdat ik de grootste filmproducent ter wereld ben, volgt de hele filmindustrie mij. Dan maakt dus niemand dat jaar gedurfde, sprankelende films.
Zo simpel zat het dus, dacht ik: als deze man goed kon slapen, dan kreeg de hele wereld frisse, originele films te zien. Ik zat naast hem in het favoriete restaurant van Frank Sinatra, een zogenaamd ‘smoke house’. Van buiten lijkt dat op een Zwitsers chalet. Binnen staat het vol met halfronde roodleren banken, waar iedereen elkaar kan zien. De vice-president pakte een servetje en tekende zijn ‘filmkwadrant’: vier blokjes, daarmee deelde hij elke film in. Een familiefilm had alle 4 de blokjes: want die was voor jongens én meisjes van onder én boven de 25 jaar. Een horrorfilm had maar 1 kwadrant: ‘Jongens van onder de 25 jaar’.
Zijn vraag was steeds: Hoeveel geld kost het aan publiciteit om die groep de bioscoop in te krijgen? Bij ‘meisjes onder de 25 jaar’ kon je bijvoorbeeld goed en goedkoop MySpace.com gebruiken. Maar hij voorzag een rampscenario bij de films voor ‘meisjes boven de 25 jaar’. Dat is nu zo’n diverse groep, dat de publiciteit vaak meer geld dan de film zelf kost. Helaas, zei hij, we kunnen de ‘oudere-meisjesfilms’ niet meer betalen. Toen bracht de ober het favoriete eten van Frank Sinatra: steak met linguini.
De vice-president ging er weer gauw vandoor naar de Warner studio’s, die aan de overkant liggen. Deze ‘meeting’ was georganiseerd door een idealistische filmgek, die het dertig jaar geleden in Hollywood wilde maken, maar geen ingangen had. John de Mol zei het ooit al: dit vak is tien procent kennis en negentig procent kennissen. De filmgek besloot daarom deze informele ontmoetingen met professionals te organiseren. Dat werd een groot succes. De eerste die ervan profiteerde was zijn broer, die werd later de schrijver van de Paul Verhoeven-film TOTAL RECALL en producent van de Steven Spielberg-film MINORITY REPORT.
De volgende die tijdens het eten aan tafel aanschoof was een scenarioschrijver. Zijn ‘rampscenario’ was dat hij zeven jaar geleden ineens een filmideetje had. Dat was een ‘love story’, waarin een man zijn geliefde pas voor het eerst ziet als ze dood op de autopsietafel ligt. Iedereen vond dat een belachelijk idee. Vooral zijn vrouw, die zei: nu een goede baan zoeken of ik vertrek. Maar hij nam een uitzendbaantje als nachtwaker, zodat hij aan het scenario kon werken. Zijn vrouw vertrok. Dat was ramp 1. Toen vlogen twee vliegtuigen in het WTC-gebouw, waar hij net die nacht had genachtwaakt. Ramp 2. Toen leek dat scenario afschrijven zo onbelangrijk, dat hij ermee stopte. Twee jaar later bood het uitzendbureau hem een vaste baan als nachtwaker aan. Toen dacht hij: wacht even, nu of nooit, en schreef hij het scenario af. Hij vloog op een maandag naar Hollywood, waar hij nog nooit geweest was. Op vrijdag was het script verkocht. Voor 5 miljoen dollar.
Wauw, dacht hij, nu wordt mijn belachelijke ideetje toch nog werkelijkheid. Denzel Washington ging de hoofdrol spelen, voor de regie tekende Hollywood-adel Tony Scott (Top gun, True romance).
Toen de filmopnames halverwege waren, kwam orkaan Katrina. Die verwoeste New Orleans, waar de film zich afspeelde. Ramp 3. Gelukkig konden ze een half jaar later toch weer verder draaien. Maar nu wilde de regisseur het verhaal ineens veranderen. Wat kon hij daar als nachtwakertje tegen doen? Niets. Ramp 4.
En toen was Denzel Washington ineens verdwenen. Hij bleek op zoek naar zijn verdwenen zus. Die was opgesloten in een inrichting, omdat ze beweerde de zus van Denzel Washington te zijn, en iedereen haar voor gek verklaarde. Dat kwam ook weer goed. En vandaag was de enige draaidag waarop het per se moest regenen, want anders klopte het verhaal niet. Helaas, het was zo heet in New Orleans, dat de regisseur had besloten de regenmachines niet te gebruiken. Dit had de schrijver net gehoord. Of hij dit eventjes wilde oplossen… Tja, zei hij, dit is dus mijn rampscenario. Ik nam een hap linguini en dacht: ik had er nooit over moeten beginnen.